Een huis, woning of (Vlaams) woonst is een bouwwerk waarin mensen kunnen wonen. Hier gaat het om een (deel van een) gebouw dat muren rondom een binnenruimte heeft, evenals een dak. Een huis biedt bescherming tegen neerslag, wind, extreme temperaturen en tegen mogelijk binnendringende mensen of dieren. De binnenruimte in het huis is vaak verdeeld in verschillende kamers en een keuken. Veel huizen hebben ook een gang, een trap, een zolder of een kelder. Vaak hebben mensen bij het huis een tuin, vroeger ook wel een erf. Luxueuzere huizen hebben een garage, of zelfs een bijkeuken.
Een huis heeft ten minste één ingang, meestal in de vorm van een deur of een poort. De meeste huizen hebben ook ramen. In Nederland worden via het bouwbesluit allerlei eisen aan een woning gesteld. Zo moet het toilet vanuit de woonkamer via twee deuren bereikt worden.
In de moderne Westerse wereld besteden mensen veel tijd en geld aan hun woning. Niet alleen wordt het vaak fraai ingericht en goed onderhouden (het schoonmaken wordt huishouden genoemd), er wordt ook vaak verbouwd, waarbij bijvoorbeeld de keuken of badkamer wordt vernieuwd, er een uitbouw wordt aangebouwd, bijvoorbeeld een serre.[bron?]
De inboedel (soms boedel) is alles wat zich in een opstal bevindt en er min of meer toe behoort, maar er geen deel van uitmaakt. Bedoeld wordt: stoelen, tafels, gordijnen enz.
Bij een woning wordt vaak gesproken van huisraad.
De inboedel is niet verzekerd bij schade aan het huis. Er dient daarvoor een aparte inboedelverzekering te worden afgesloten.
In samenstellingen wordt vaak van boedel gesproken, bijvoorbeeld boedelbeschrijving, boedelscheiding, boedelbak. Bij een gedwongen verkoop van de boedel, spreekt men vaak van boeldag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten